Tijd & structuur | niveau 1, 2, 3 | **
Wat? In sommige boeken speelt de tijd een opmerkelijke rol. Het kan zijn dat de schrijver een andere volgorde dan de chronologische heeft gehanteerd. Probeer dan te doorgronden waarom hij/zij dat deed en wat het effect was voor jou.
Welke open plekken ontstonden door vooruitwijzingen? Welke functie(s) hadden flashbacks? Welke informatie gaven ze over de hoofdpersoon? Welke open plekken vulden ze in? Hoe? Werk de opdracht uit in Word en voeg deze toe aan je leesdossier. Maak gebruik van je Literaire Begrippenboekje dat je in de les hebt gekregen.
Hoeveel? Minstens één A4'tje in lettertype Arial 11 of 12.
|